Verhalen > 2 Stolpersteine voor Henny en Bertie Hirsch – Wijkselaan 1
Het verhaal achter de 2 Stolpersteine bij de Wijkselaan 1
Door Theo van Os
15 mei 1941 – de dag dat Albert Philippe (Bertie) Hirsch en zijn bruid Hendrika Marianne (Henny) het ja-woord uitspraken onder de choupa in de synagoge in de Wagenstraat. Een sobere plechtigheid, waarbij de ambtenaar zei: “Het is een moeilijke tijd waarin je deze stap aangaat en ik hoop jullie veel zegen”.
Hoeveel lading die woorden zouden krijgen, bleek al gauw. Albert en Henny betrokken de woning aan de Wijkschelaan 1 en leek alles nog goed te gaan. Maar we weten allemaal hoe snel de situatie zou veranderen.
In 1941 werden de duimschroeven steeds verder aangedraaid. De Joden moesten de gehate Jodenster gaan dragen, mochten niet meer werken – zo ook Albert, die werkzaam was bij de Bijenkorf - , mochten niet meer naar school en niet naar de winkels. Dat laatste was voor Henny een zorg. Zij vroeg aan een achterbuurmeisje of zij voor haar boodschappen wilde doen bij de winkels aan de Kijkduinschestraat. Zij kreeg een portemonneetje mee met geld, om bij de slager vlees te kopen. Zo’n onschuldig meisje zouden ze toch niet verdenken van hulp aan Joodse mensen? Toen zij terugkwam bij het huis aan de Wijkselaan om de boodschappen af te leveren en het wisselgeld, kreeg zij bij de voordeur van Henny Hirsch het portemonneetje, als dank voor het halen van de boodschappen.
Op de vlucht
In maart 1942 werd het Albert en Henny te heet onder de voeten en ze besloten om – samen met Henny’s moeder - te vluchten uit Nederland naar Zwitserland. Vanaf Hollands Spoor vertrokken zij met valse papieren naar Weert, alwaar 2 Belgische smokkelaars (“Passeurs”) ze zouden helpen om de grens met België per fiets over te steken. Wat ook lukte. Na een overnachting bij een van de passeurs thuis, gingen ze de volgende dag met vervalste Belgische persoonsbewijzen per elektrische trein van Luik naar de Franse grens.
In Givet, net over de Belgisch/Franse grens, waar ze hadden overnacht, ging het fout. Op het station werden zij opgepakt en afgevoerd per trein naar Mechelen. Daar kwamen ze terecht in een oude militaire kazerne, waar Joden uit de hele wereld werden ondergebracht in zalen, wachtend op transport naar Duitsland. Dat transport – in gewone personenwagons - volgde 3 dagen later.
Ondanks meerdere vluchtkansen, bleef het drietal bij elkaar, niet wetende wat er zou volgen. Na een uitputtende reis arriveerde de trein op een station van Cosel, gelegen in Opper-Silezië, een provincie in Polen. Wat later bleek, was dit een bewust geplande stopplaats.
Gescheiden
>>In de periode tussen 29 augustus 1942 en 10 december 1942 werden in Cosel 18 deportatietreinen met Nederlandse Joden uit het Durchgangslager Westerbork, die op weg waren naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau, tot stilstand gebracht. In totaal zijn ongeveer 3400 Joodse mannen en jongens in de leeftijd van 15 tot 50 jaar hier met geweld gescheiden van hun gezinnen, en te werk gesteld in Joodse dwangarbeiderskampen in de regio. Minder dan 200 van hen keerden na de bevrijding terug naar Nederland. In dezelfde periode werden ook 15 treinen uit Drancy en Pithiviers (Frankrijk) en 6 treinen uit Mechelen (België) in Cosel tot staan gebracht. (bron: https://historiek.net/tussenstation-cosel-vernichtung-durch-arbeit/134939/<<
In één van die 6 treinen uit Mechelen zaten Henny met haar moeder en Albert. Alle mannen van jongere leeftijd werden uit de trein geslagen en moesten op de grond gaan liggen met de handen in de nek, bewaakt door de SS. Machteloos moest hij toezien dat de trein, met zijn geliefde Henny en haar moeder verder doorreed…. rechtstreeks naar het vernietigingskamp Auschwitz. Hendrika Marianne Hirsch werd in Auschwitz op 22 juni 1943 vermoord, haar moeder, Elizabeth van der Rijn-de Heer, een jaar eerder, op 14 september 1942.
Overleefd
Albert Philipp overleefde 8 werkkampen, is 3 keer ontsnapt en keerde na de oorlog terug naar Den Haag. Lange tijd kreeg hij geen bewijs dat Henny dood was hoewel het duidelijk was dat ze niet terugkwam. Op zekere dag kwam een man bij Albert op kantoor met de mededeling dat hij getuige was van de dood van zijn vrouw. Een zeer verdrietig moment, zeker toen korte tijd later de officiële bevestiging werd gegeven.
Hij hertrouwde met Antoinette Louise - Netty - Brosch en samen kregen zij 3 kinderen, 2 zoons en 1 dochter: Philip, Dick en Miriam. In 1959 kwam het gezin terug naar Kijkduin en betrok de woning aan de Scheveningselaan 105, wat nu de Westkapellelaan 232 is. Vier jaar later besloten Albert en Netty om te emigreren naar Frankrijk, alwaar zij in de Dordogne een camping begonnen. Albert overleed op 12 april 2004 op 92 jarige leeftijd. Zijn tweede vrouw Netty is in 2013 overleden. De camping is er nog steeds, geleid door inmiddels de derde generatie Hirsch.
Het portemonneetje
Dit verhaal – waarvan nog een veel uitgebreidere versie komt – hebben we te danken aan Hanny Claus. Zij was namelijk het achterbuurmeisje van de Noordwijkselaan 8 aan wie Henny Hirsch vroeg om boodschappen voor haar te doen. Zij herinnert zich nog als de dag van gisteren, dat zij van Henny Hirsch bij de voordeur van de Wijkschelaan 1 het portemonneetje kreeg als dank voor het boodschappen doen.
Het verhaal van het portemonneetje, wat zij mij tijdens een interview ooit vertelde (lees hier het hele interview met Hanny Claus), was voor Elsa en mij het begin van een speurtocht naar familie en nabestaanden om meer te weten te komen over het verhaal van dit jonge echtpaar met hun bewogen en dramatische geschiedenis. En wij raakten steeds meer overtuigd dat er ‘iets’ van een blijvende herinnering moest komen. Iets wat hoorde bij de geschiedenis van Kijkduin. En dat zijn de 2 Stolpersteine geworden.
Tijdens een sobere, maar zeer indrukwekkende bijeenkomst op 20 april 2023, werden de beide Stolpersteine geplaatst, ter hoogte van de ingang van de Wijkselaan 1.
Bij deze bijeenkomst waren o.a. de kinderen Miriam en Dick aanwezig, met familie, vrienden en enkele genodigden. Helaas is de oudste zoon Philip op 28 januari van dit jaar, als gevolg van een slopende ziekte, overleden. Hij was heel betrokken bij de voorbereidingen van deze bijzondere plechtigheid en hij hoopte vurig dit nog mee te mogen maken. Het mocht niet meer zo zijn. Des te bijzonder was het dat zijn vrouw Hanneke voor deze speciale gelegenheid uit Frankrijk was overgekomen.
De ‘Stolpersteine’ vormen een tastbare herinnering aan de gruwelijkheden van de Tweede Wereldoorlog en het buigen en bukken is een inspanning ter nagedachtenis aan de mensen die met hun naam op de gedenkstenen staan. Aan Henny en Bertie.


links: Albert Philipp Hirsch, hier op een foto van na de oorlog, rechts Hendrika Marianne Hirsch, op een foto, genomen vlak na hun verloving in 1940, 23 jaar oud.

De beide Stolpersteine, gelegen ter hoogte van de ingang van de Wijkselaan 1
Download hier het artikel van Danny Verbaan in Den Haag Centraal van 4 mei 2023.