Herinneringen aan de Scheveningselaan 161 (1949-1957)

Tom van Erp schreef ons op 27 december 2018:

"Ik woonde hier met mijn familie van 1949 tot 1953 in een van die Oostenrijkse huisjes, op 161 Scheveningselaan. Al sinds 1955 in Amerika woonende, maar ik denk nog steeds terug over hoe wij als jongens daar in de duinen speelden vooral in alle Duitse bunkers die er toen nog steeds stonden.
Een prachtige tijd!

Wij verhuisden in 1949 vanuit de Soestdijksekade met de hele familie en HUURDE toen dat "Oostenrijkse huisje", zoals die toentertijd heette, op number 161. Ik zelf vertrok al in 1953 maar de rest van de familie woonde daar nog tot 1958 waarna ze naar Wassenaar verhuisden voor onze vader's werk.
Ik kan mij nog heel goed herinneren hoe wij toen met z'n allen (zus Mien en jongere broertjes Erik en Robert,) naar de Montessori School gingen op de fiets bij de l.v.Poot .
Naast ons (ten Zuiden) woonde een Franse vrouwelijke dokter met haar vier kinderen; Dr. Girardeau . Zij was de enige in de buurt met een auto. Ik heb een van die zonen, Patrick, nog eens ontmoet op een feestje in Amsterdam in de jaren Negentig. Naast haar woonde Dr Hofker. Hij scheen bevriend te zijn met mijn vader.

Aan onze andere kant woonde de heer en mevrouw Goed. "Pa Goed" noemde wij hem. Hij werkte bij Philips en was de eerste in de buurt die een TV kreeg. Iedere Zondag avond zaten ze daar op de bank het enige programma dat toen nog bestond te bekijken. Wanneer zij zo eens bezig waren sneden wij op een keer hun hele gazon in stukken en rolde het hele zooitje op. Oh, jongens wat kreeg ik op mijn donder!

Als ik het goed hebt was daar ook in de buurt een familie waarvan de vader bij GM werkte. Zij waren overgeplaatst vanuit Venezuala, dacht ik. Misschien #167?
Nog een eindje verderop in een "oorspronkelijk Kijkduinhuis", maar aan dezelfde kant, net om de bocht, woonde een politie inspecteur (?) met 4 (?) zonen, die af en toe op hun donder kregen.
Verder, toen mijn vader een auto kreeg van de baas, hij werkte bij de KLM, stond die in een kleine garage weer even verder. Daar mocht ik op sommige zondagochtend hem helpen de banden te wisselen.

Ik zelf hield duiven en konijnen die mijn ouders jammer genoeg weg deden toen ik van huis ging in 1953 om te gaan werken in Noord Holland.

Het mooiste echter waren de lange zomerdagen op het strand. Hoe wij als kwajongens stiekem zaten te gluren door een gaatje in de verkleedhokjes die op het strand stonden. Daar konden wij half naakte meisjes bewonderen enzo.

Andere herinneringen die ik heb gaan vooral over de duinen achter ons huis. Om daar in te lopen was natuurlijk streng verboden. Daar achter was de "leeuwen kuil" waar wij konijnen vingen en ander kattenkwaad uit haalde. Een paar keer was ik gesnapt door de boswachter, een strenge man in een zwarte leren jas en een Bouvier die gromde. Die man moest mij dan thuis brengen naar mijn ouders.
Ook natuurlijk waren de vele Duitse bunkers die nog overal waren. Prachtig was dat om "fikkies" te steken in zo'n loopgraaf en zien waar de rook uit kwam! Ja, ja, kwajongens!

ikzelf ben op mijn eentje naar Canada, en later naar de VS geëmigreerd in 1955. Ik woon al meer dan 50 jaar in Colorado hoog in de Rocky Mountains met mijn van Nederland afkomstige vrouw.
Soms denk ik nog wel eens terug aan die dagen zo heeeeel lang geleden!

Tom van Erp, Colorado USA

Mien van Erp: "Dit was ons huis aan de Scheveningselaan 161 in 1950 en de familie van Erp. Vader, moeder, Tom, Mien, Erik en Robert. Wij bleven nog tot 1957 hier wonen."