Verhalen > Woensdagmiddag ademloos televisiekijken
Woensdagmiddag ademloos televisie kijken met alle buurtkinderen
Tekst: Theo van Os
Onlangs stuurde Iris-Horst-Goet een berichtje via het contactformulier op deze website. Samen met haar broer Richard groeide zij op aan de Scheveningselaan 163, als eerste bewoners van een Oostenrijkse woning, schuin tegenover ons huis. Alweer een buurtgenootje aangesloten bij GeschiedenisKijkduin!
Na wat mailuitwisseling stuurde zij een hele serie foto’s uit die tijd en sprak ik haar uitgebreid via de telefoon. Ook broer Richard ontdekte de website en met hem heb ik eveneens een bijzonder leuk gesprek gehad, vol met herinneringen en anekdotes over de periode op Kijkduin!
Nu vastgelegd op GeschiedenisKijkduin.nl. Lees verder!
Televisiekijken om 5 uur
De Oostenrijkse huizen langs de Scheveningselaan (en ook aan de Katwijkselaan) waren in augustus 1949 gereedgekomen (kijk hier voor het complete verhaal). Kort daarna betrok de familie Goet de woning op nr 163: vader en moeder, Richard van 6 en Iris van 3 jaar. De woning had het gezin te danken aan werkgever Philips, die o.a. in Kijkduin een aantal woningen had gekocht voor haar medewerkers, waaronder naast nr. 163, ook 165 en 167.
Zo kwam het dat in 1954 de familie Goet als een van de eerste bewoners in Kijkduin (en misschien wel in heel Nederland!) een televisietoestel in huis had staan. Op woensdagmiddag kwamen uit alle hoeken en gaten van Kijkduin kinderen tevoorschijn, die in de woonkamer naar Tante Hannie en Dappere Dodo mochten kijken! Ik herinner mij dat ook nog, want kennelijk was ik een van die kindertjes. De uitspraak “Oma, mag ik je huisje kopen?” schreef ik ooit op een kaart aan mijn oma en kwam volgens mij uit een van de kinderprogramma’s op die beroemde woensdagmiddagen!
“Ik had veel contact met de buurjongen Evert Kuijpers en zijn zus Hannie - zij waren met zes kinderen - en met de dochters van de familie Hettema, van nr 167”, vertelt Iris. “Ze staan ook allemaal op de foto’s terwijl we ademloos naar de televisie kijken!”
Richard herinnert zich de levensgrote antenne nog in de achtertuin: “Die mocht van mijn vader niet op het dak, want anders zouden bij een storm de dakpannen kapotgaan! Dus een aparte mast in de tuin. Nou, die waaide dus uiteindelijk ook om, boven op ons dak en met flinke schade tot gevolg! Trouwens, als het stormde, schudde het hele huis, waardoor er regelmatig dakpannen naar beneden kletterden!
Grenslijn over de Scheveningselaan
Bij het ophalen van herinneringen kwam nog iets opmerkelijks naar voren, iets wat ik in andere gesprekken met o.a. mijn broer Kees en Evert Kuijpers ook al had gehoord: Wij speelden eigenlijk niet of nauwelijks met de kinderen van de overkant van de Scheveningselaan. “Alsof er een onzichtbare grenslijn liep in het midden van de straat, waar we niet overheen gingen”, herinnert Iris zich nog goed. “Met de jongens van Bausch en jouw oudere broers (Hans en Kees – red.) hadden we eigenlijk nauwelijks contact. Het bleef vooral aan ‘onze’ kant. Gek eigenlijk als je daarover nadenkt. We speelden met de buurjongens Tom van Erp op nr 161 (link), Evert Kuijpers (nr. 165) en met de dochters van het gezin Hettema (nr. 167)”, vertelt Iris. “Met Evert speelde ik dagenlang schaak, liggend op het grasveld.”
Alleen naar school
Ook broer Richard onderschrijft dit als ik hem ernaar vraag: “Of het nu kwam doordat de ouders met elkaar optrokken, de kinderen automatisch elkaar dan ook opzochten, ik weet het niet. Feit is wel dat de overkant onderling veel meer contact had. De bungalows hadden misschien toch een iets andere status, denk ik.” Iris weet nog goed dat zij bijna altijd alleen naar de Kijkduinschool liep: “En dat terwijl de kinderen van ‘de andere kant’ altijd met elkaar in een grote groep naar school gingen, aan de overkant van de Kijkduinsestraat. Ik heb daar 4 jaar opgezeten en ben toen naar de lagere school aan de Dovenetellaan gegaan.”
Naar de Kermis op het Malieveld
Over de familie Faber, die na Van Erp op nr. 161 kwamen wonen, herinnert Richard zich nog dat de vader directeur van het CBR was en een zwager van hem op de grote vaart zat. “Die bracht altijd bijzondere spullen mee uit verre landen.” De heer Faber was een ongelooflijk aardige – wat corpulente – man, die gek op de kermis was. “Hij heeft Iris een keer op de Kermis getrakteerd aan het Malieveld, waarbij ze samen over elkaar heen tuimelden in de grote ronddraaiende ton, waar meneer Faber absoluut ook een keer in wilde!”
Strijd was er altijd, ook de oudere kinderen konden er wel wat van. “Een van de zoons van Bausch had een keer slaande ruzie met Rob Snooyink, die woonde beneden aan de Duinlaan, en wat hem een beschadigde lever opleverde!”
IJsmachine
Een heel ander – luguber – verhaal herinnert Richard zich nog over de Italiaanse ijsverkoper bij Hotel Zee en Duin (het beroemde ijsloket naast de ingang): “Die heeft een keer z’n hoofd in een ijsmachine gestoken, terwijl die niet was uitgeschakeld….. Dat heeft de arme man helaas niet overleefd!” Of de ijsjes daarna nog zo lekker gesmaakt hebben, vertelt het verhaal niet!
Buiten- en binnenspelen
“Toch speelden we altijd met een hele grote groep kinderen uit de buurt op straat, vertelt Iris. “Op en rond het ‘driehoekspleintje, bij ons vóór het huis, wat op de foto’s wel te zien is. De distelrozen daar waren een fantastische verstopplaats. Een ongekende vrijheid hadden we, je kon gaan en staan waar je wilde. Iedereen paste op elkaar. Ik kon gewoon in m’n eentje door de duinen wandelen naar het strand. Die foto’s van het hinkelen en steltlopen, we speelden altijd buiten. Dat is er tegenwoordig niet meer bij, nu zitten de kinderen binnen met de IPad op schoot.”
Alhoewel, bij Richard is juist een herinnering bijgebleven van het binnenspelen: “Aan de Meer en Boslaan, halverwege, woonde de familie Campagne, dat waren diplomaten en in onze ogen, heel erg rijk. Met hun zoon was ik goed bevriend en ik speelde heel veel bij hem thuis met de Märklintreinen, iets wat voor die tijd echt wel heel exclusief speelgoed was!”
Het huis uit
Later kreeg Iris contact met Myrna, de oudste dochter van de familie Mahieu op nr 150, schuin aan de overkant. “Toen het op een gegeven moment thuis niet zo lekker liep tussen mij en m’n ouders, was ik daar heel vaak en hebben zij mij goed opgevangen. Haar ouders hebben later een tennispark overgenomen in Rijswijk en zij is op latere leeftijd naar Frankrijk verhuisd. En het leuke is dat ik nog steeds contact heb met Myrna in Frankrijk!”
“Op de dag van m’n 21ste verjaardag ben ik uit huis gegaan. Ik had toen al een opleiding bij Schoevers gevolgd en inmiddels mijn man leren kennen, met wie ik nu al meer dan 51 jaar getrouwd ben! We hebben 3 dochters, 9 kleinkinderen, waarvan de oudste inmiddels 19 is en de jongste 12 jaar! We wonen nu in een prachtig appartement in het bos op de grens van Loosdrecht en Hilversum.”
Richard is met z’n 18e al uit huis gegaan om te studeren in Delft. Dat is uiteindelijk tandheelkunde geworden in Amsterdam. “Ik ben jaren tandarts in Amsterdam geweest en heb daarna op Texel gewoond, vervolgens naar Groningen verhuisd, waar ik nog steeds woon en geniet van mijn pensioen. Iris en ik zien elkaar een paar keer per jaar.”
Weer op bezoek op Kijkduin
Dankzij GeschiedenisKijkduin is Iris weer in contact gekomen met haar oude buurjongen Evert Kuijpers en via de mail nu ook met Joost van Berkel en Tom van Erp in de VS! “We mailen nu regelmatig met elkaar!”
“Onlangs heb ik met Evert Kuijpers en zijn vrouw Angèle afgesproken in hun Oostenrijkse woning op nr 165, waar hij dus nog steeds woont. We hebben onder het genot van een kop thee met lekkers een heleboel oude herinneringen opgehaald. Namen en gebeurtenissen uit de periode dat wij al die jaren buren zijn geweest, vulden we voor elkaar aan. Hij vertelde ook dat Kim Fischer, die toen op nr. 159 woonde, ook nog steeds in Kijkduin woont, maar dan in een flat in Nieuw Kijkduin. Hij ziet hem heel af en toe in zijn rolstoel langsrijden als hij zijn hond uitlaat. Ik vond het ontzettend leuk om in hun huis binnen te zijn en zo weer een beetje te kunnen "voelen" hoe ik gewoond heb. Jammer genoeg heb ik niet de moed gehad om op nr. 163 aan te bellen, ook vanwege de Corona zou dat misschien niet zo handig zijn geweest. Hopelijk gaat dat in de toekomst nog een keer gebeuren.”
“We hebben de twee andere dagen gebruikt om de hele omgeving van mijn jeugd een beetje te verkennen. Mijn lagere scholen (Kijkduinse Lagere School - verdwenen -, OLS Bohemen - verdwenen - en de Hyacynthschool) zijn we langsgegaan en hebben bij de slager in de Arabislaan een broodje gekocht. Behalve de eigenaar was daar niets veranderd. Maison Kelder ook nog hetzelfde, met haar beroemde mocca-hazelnoot gebakjes, alleen de kruidenier Keemink had een andere bestemming gekregen.”
“Van het nieuwe Kijkduin werd ik niet echt vrolijk”, besluit Iris. “Alles is op elkaar gebouwd en straalt ook niet meer de serene rust uit van 60 jaar geleden. Dat kan natuurlijk ook niet meer, maar toch.”
Gelukkig hebben we de foto's nog!

Op woensdagmiddag kwamen uit alle hoeken en gaten van Kijkduin kinderen tevoorschijn, die in de woonkamer van familie Goet naar Tante Hannie en Dappere Dodo mochten kijken!